Als lezer van Hermans’ roman ‘De tranen der acacia’s’ leverde ik me met huid en haar over aan een wereld waaruit ik kon noch wilde ontsnappen. Een van Marita Mathijsen geleende term helpt me te beschrijven wat er gebeurde: het verhaal bracht ‘effecten van meewarigheid’ teweeg. Ik kon het op mezelf betrekken, mijn eigen denkwereld, mijn eigen situatie. Het verhaal wekte nieuwsgierigheid en spanning op; het deed een beroep op mijn inlevingsvermogen, zette afwisselend bewondering en afkeer in werking.
