Zoo’n kerel […] die zich […] zat te verheugen in ’t water en de lucht en de wolken en ’t veld […] — Nescio
’t Meeste werk is om te zorgen dat je niks hoeft — Nicolien Mizee, Een licht bewoond eiland (mei 2022)
Naar de volkstuin. Vogels kijken. De poes aaien — Nicolien Mizee, NRC-interview
Woensdag 3 maart 2021, mijn 70ste verjaardag. (Ha fijn, ik behoor tot de uitverkorenen die kunnen stemmen per post.) Hoe sta ik ervoor? Eerst de gezondheid. Afgezien van ouwemannenkwaaltjes waarmee te leven valt, is die naar wens, al zeg ik erbij dat ik slecht tegen stress kan. De conditie blijft op peil dankzij een dagelijkse wandeling met mijn echtgenote (minstens een uur; geregeld op de duinrand langs de Noordzee.) Van verzadigde vetten en vergiften als suiker en alcohol blijven we zoveel mogelijk af. Het roken heb ik in een al grijs verleden opgegeven. Kortelings nog geschaatst (zie de uitgelichte afbeelding). Alle reden voor een extra felicitatie, dank u zeer.
Wie zeventig wordt, mag zich de vraag stellen of het niet eens tijd is te berusten in de eigen middelmaat en het hardnekkige streven naar ‘ertoe doen’ op te geven. Ervan overtuigd dat ik de mensheid hiermee geen schade berokken, antwoord ik met een volmondig ‘ja’.
Heden geef ik u dan ook kennis van mijn afscheid van Israël Querido als onderwerp van een door mij te schrijven biografie.

Israël Querido verdient een aspirant-biograaf die, meer dan ik tot nu toe heb gedaan, in de archieven op onderzoek uitgaat, waarbij hij of zij deze te biograferen persoon met een open blik benadert, dus zonder sturende Querido-clichébeelden op het geestesnetvlies.
In de tweede helft van dit eerste coronajaar heb ik nog één keer geprobeerd met een biografie op streek te komen — gestrest en kampend met fysiek ongemak. Ten slotte is het besef ingedaald dat ik zelf voor dat nadere, onbevangen onderzoek de moed en puf niet meer heb. Nauwelijks bedroefd maar met een gevoel van bevrijding ga ik met pensioen. En nu echt. Eindelijk de ijdelheid voorbij.
De lente komt. Van ver, maar zoals Herman Gorter dichtte: ‘Ik hoor hem komen.’ Spoedig breekt de tijd aan van ons halfjaarlijks verblijf in een water- en weilandrijke streek. Bezoekers van onze bedoening kunnen dan getuige zijn van een bekoorlijk tafereel: een ‘pensioengast 70-plus’ in kleurige overall, snoeiend, plantend en wiedend in zijn tuin. Corona volente.
Als toegift de Querido-columns die ik schreef voor Tijdschrift voor Biografie:
Najaar 2012:
Zomer 2015:
Najaar 2017:

Aantekening 20 augustus 2021: Nescio-citaat toegevoegd. Zomer ’21: veel van en over deze schrijver gelezen, waaronder de mooie biografie van Lieneke Frerichs.
Aantekening 31 mei 2022: “Bezoekers van onze bedoening,” schreef ik vorig jaar, ”kunnen getuige zijn van een bekoorlijk tafereel: een ‘pensioengast 70-plus’ in kleurige overall, snoeiend, plantend en wiedend in zijn tuin.” En onderhoud plegend aan onze zomeroptrek, voeg ik er nu aan toe.
Aantekening 2 juni 2022: Citaten Nicolien Mizee toegevoegd.