Een lezer kan zich verliezen in een boek. Een boek kan een lezer een wereld in sleuren waaruit hij of zij wil noch kan ontsnappen. De kans dat lezen zo’n toestand van gelukzaligheid teweegbrengt, wordt kleiner naarmate de lezer ouder wordt. Ziedaar de wet van Borst. Maar het kan altijd nog weer gebeuren, zoals de ontdekker van de wet in 2012 ervoer.
In de zomer van dat jaar werkte ik aan een serie artikelen voor het Zeeuws Tijdschrift. Het blad wilde met de serie het tienjarig jubileum van de Zeeuwse Boekenprijs opluisteren en had mij opgedragen de artikelen te schrijven.
Na door mijn baas te zijn wegbezuinigd, was ik ZZP’er geworden. Mijn omzet liet te wensen over; ik zat dringend verlegen om opdrachten. Mijn deur ging wagenwijd open voor de Zeeuwen. Blij van zin zocht ik de eenzaamheid van mijn werkkamer op, waar echter al spoedig de lijdensweg openlag. Vaak waren de dalen diep. Waarmee niet gezegd is dat ik niet ook hoogtepunten beleefde. Daartoe behoorde zeker mijn ontdekking van Floortje Zwigtmans romantrilogie Een groene bloem.
Een groene bloem bestaat uit Schijnbewegingen (2005), Tegenspel (2007) en Spiegeljongen (2010).
Ik schreef er dit over:
Het hoge woord moet er maar uit: Een groene bloem is voor mij een literaire ontdekking van de eerste orde. Een ontdekking, beken ik tot mijn schande, van recente datum. Toen ik deze artikelen begon voor te bereiden, had ik nog nooit van Floortje Zwigtman gehoord. Hoe kan ze me zijn ontgaan?
In Een groene bloem schept de auteur een beeld van laat-negentiende-eeuws Londen. Hoofdpersoon is Adrian Mayfield, een jeugdig praktiseur van de herenliefde. Mayfield leeft aan de zelfkant van de maatschappij, maar beweegt zich ook in de rijke en beroemde kring rond de schrijver Oscar Wilde, door Zwigtman omschreven als ‘de purperen hofhouding’.
Prachig allemaal, en ik ben er al die tijd van verstoken gebleven! Terwijl dat laat-negentiende-eeuwse Londen — en met name de kring rond Oscar Wilde, tegen wie een sodomieproces liep — me al heel lang mateloos boeit. Heeft mijn dagblad er soms geen aandacht aan besteed?
Een kleine internetrecherche, waarbij ik me beperkte tot het met de Zeeuwse Boekenprijs bekroonde Spiegeljongen, voedde het vermoeden dat ik de Volkskrant weleens doorblader met ogen dicht.
Want dit had ik kunnen lezen in de editie van vrijdag 19 november 2010: ‘Sluitstuk van een meesterlijke trilogie’, ‘bovenal een verpletterende aanklacht tegen schijnideologieën en kleinburgerlijkheid’.
In de trilogie Een groene bloem raakte ik verzaligd verzonken. De delen sleurden me een wereld in die ik pas kon ontvluchten toen ze uit waren.
Uit: Tijdschriftenbank Zeeland (Zeeuws Tijdschrift, 1 oktober 2012):
Dit bericht van 23 september 2020 werd op 23 februari 2022 lichtelijk aangepast.